ECLI:NL:CRVB:2008:BC4053
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens gebrek aan specificiteit
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 18 oktober 2006, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest ongegrond werd verklaard. Het bezwaar van appellant, ingediend op 16 december 2005, was niet specifiek genoeg en voldeed niet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College had appellant verzocht om een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richtte, evenals de gronden van het bezwaar. Appellant heeft echter in zijn reactie aangegeven dat het bezwaar zich richtte tegen alle mogelijke besluiten, zonder deze te specificeren.
Het College heeft het bezwaar op 13 februari 2006 niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 6:6 van de Awb, omdat appellant niet had voldaan aan de vereisten voor een bezwaarschrift. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, en appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 29 januari 2008 behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de rechtbank terecht oordeelde dat het bezwaar niet-ontvankelijk was. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet in staat was om de vereiste specificiteit te bieden in zijn bezwaarschrift, ondanks de gelegenheid die hem was geboden om dit te herstellen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham, in tegenwoordigheid van N.L.E.M. Bynoe als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.