ECLI:NL:CRVB:2008:BC2957
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- J.F. Bandringa
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Weigering WAZ-uitkering en geschiktheid van geselecteerde functies
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar, die op 16 maart 2006 een eerder besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 26 augustus 2004 geweigerd om appellant een WAZ-uitkering toe te kennen, omdat zijn mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 25% zou zijn. Appellant, die als zelfstandig constructiewerker werkte, had zich per 1 september 2003 ziek gemeld wegens hartklachten. De verzekeringsarts A. van der Gaag concludeerde dat appellant in staat was om lichamelijk niet extreem zwaar werk te verrichten, mits dit niet onder ongunstige cardiologische omstandigheden plaatsvond. De arbeidsdeskundige R.A. Last had op basis van een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) functies geselecteerd die appellant zou kunnen vervullen.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn oogklachten, waaronder kleurenblindheid. De Raad heeft vastgesteld dat de medische beperkingen van appellant correct zijn vastgesteld en dat de geselecteerde functies, ondanks de beperkingen, geschikt zijn. De Raad oordeelt dat het Uwv in hoger beroep voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat appellant de voor hem geselecteerde functies kan vervullen. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het besluit van het Uwv in stand gelaten, omdat de schatting van de arbeidsongeschiktheid op voldoende geschikte functies berust.
De Raad heeft ook de proceskosten van appellant in eerste aanleg en hoger beroep vergoed, tot een totaalbedrag van € 1.288,--. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter M.S.E. Wulffraat-van Dijk en de leden J.F. Bandringa en E. Dijt betrokken waren. De uitspraak vond plaats op 16 januari 2008.