ECLI:NL:CRVB:2008:BC2821
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- W.R. de Vries
- R.C. Stam
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting en belastbaarheid van appellante
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 oktober 2005, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. Appellante had een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO) aangevraagd, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had dit geweigerd. De rechtbank oordeelde dat appellante, hoewel zij om medische redenen niet meer als supermarktcaissière kon werken, met gangbare arbeid net iets meer kon verdienen dan 85% van het geïndexeerde loon als caissière. Dit leidde tot de conclusie dat appellante niet in aanmerking kwam voor een uitkering.
In hoger beroep spitst de zaak zich toe op de vraag of de belasting van de functie van parkeercontroleur, die als voorbeeld werd voorgehouden, de belastbaarheid van appellante overschrijdt. De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek heropend en partijen hebben schriftelijk gereageerd op elkaars standpunten. Tijdens de zitting op 30 november 2007 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. M.K. Dekker.
De Raad heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank overgenomen en heeft geconcludeerd dat de belasting op het aspect torderen binnen de door de verzekeringsarts vastgestelde belastbaarheid blijft. Daarom heeft de Raad het hoger beroep afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en J. Riphagen als leden, in tegenwoordigheid van W.R. de Vries als griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 januari 2008.