ECLI:NL:CRVB:2008:BC1973
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van extra hulp aanvraag door WUV-gerechtigde in verzorgingstehuis
In deze zaak heeft appellante beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij haar aanvraag voor extra hulp werd afgewezen. Appellante, geboren in 1913, is een vervolgde en uitkeringsgerechtigde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Na haar opname in verzorgingstehuis Beth Shalom ontving zij al een vergoeding voor huishoudelijke hulp, maar vroeg zij om extra verpleeghulp en verzorgingshulp vanwege verergerde rugklachten. De verweerster heeft deze aanvraag afgewezen, stellende dat de zorg die door het verzorgingstehuis wordt geboden in de regel allesomvattend is en dat extra hulp alleen in uitzonderingsgevallen kan worden vergoed.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geoordeeld dat de verweerster een redelijke wetstoepassing hanteert. De Raad heeft vastgesteld dat de zorg die aan appellante wordt geleverd door het verzorgingstehuis voldoet aan de zorgindicatie die door het CIZ is afgegeven. De Raad heeft geen termen aanwezig gezien om te voldoen aan het verzoek om extra hulp, omdat de zorgbehoefte van appellante door het tehuis wordt vervuld. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.L.M.J. Stevens als voorzitter en H.R. Geerling-Brouwer en R.P.Th. Elshoff als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 januari 2008. De Raad concludeert dat de zorg die appellante ontvangt adequaat is en dat er geen geobjectiveerde zorgbehoefte is die niet wordt vervuld. De emotionele behoefte aan zorg kan groter zijn, maar dit rechtvaardigt geen extra vergoeding van zorg.