ECLI:NL:CRVB:2008:BC1764

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05- 6352 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit Uwv over WAO-uitkering en arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem, die op 26 september 2005 werd gedaan. Het hoger beroep betreft een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 4 mei 2005, waarin werd besloten om de WAO-uitkering van appellant te verlagen. Dit besluit was gebaseerd op een eerdere beslissing van 8 oktober 2004, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant werd vastgesteld op 55-65%. Appellant, die lijdt aan schrijfkramp aan de linkerhand, betoogde dat hij niet meer in staat was om zijn werk als orderbehandelaar uit te voeren, maar dat hij met gangbare arbeid nog ongeveer 38% van zijn geïndexeerde loon kon verdienen.

Tijdens de zitting op 16 november 2007 is appellant in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde F.A.C.M. Ketelaars. Het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. I.D. Mak. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank de zaak terecht ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat de door appellant aangevoerde beroepsgrond, dat zijn beperkingen waren onderschat, niet medisch onderbouwd was. De subjectieve beleving van appellant was onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. De Raad vond dat het Uwv voldoende had toegelicht dat appellant geschikt was voor de geduide functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van griffier J.E.M.J. Hetharie, en werd openbaar uitgesproken op 11 januari 2008.

Uitspraak

05/ 6352 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 26 september 2005, 05/1755
(hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 11 januari 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingezonden.
De zaak is behandeld ter zitting van 16 november 2007. Appellant is in persoon verschenen, bijgestaan door F.A.C.M. Ketelaars. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I.D. Mak.
II. OVERWEGINGEN
Het inleidende beroep richt zich tegen het ter uitvoering van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) op 4 mei 2005 door het Uwv genomen besluit. Dat besluit strekt tot de handhaving van het besluit van 8 oktober 2004, waarbij de eerder aan appellant toegekende WAO-uitkering met ingang van 8 december 2004 wordt verlaagd naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55-65%. Daaraan ligt ten grondslag dat appellant wegens schrijfkramp links niet langer geschikt is tot het verrichten van zijn werk als orderbehandelaar, maar met gangbare arbeid ongeveer 38% kan verdienen van zijn geïndexeerde loon als orderbehandelaar.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
De Raad kan appellant niet volgen in zijn, in hoger beroep herhaalde, maar niet medisch onderbouwde beroepsgrond dat de voor hem geldende, uit ziekte of gebrek voortvloeiende beperkingen zijn onderschat. De Raad kan zich vinden in de overwegingen en conclusie van de rechtbank. De subjectieve beleving van appellant is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. De geschiktheid voor de geduide functies is door het Uwv voldoende toegelicht. Het hoger beroep slaagt daarom niet.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J.E.M.J. Hetharie als griffier, uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2008.
(get.) R.C. Stam.
(get.) J.E.M.J. Hetharie.
MK