ECLI:NL:CRVB:2008:BC1247
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 14 december 2007 inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 mei 2008 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 14 december 2007. De zaak betreft een geschil over de toekenning van een WAO-uitkering aan een werknemer van appellante, die per 24 september 2001 recht had op een uitkering, vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. De Raad heeft in de eerdere uitspraak de beslissing van de rechtbank bevestigd, maar er is een fundamenteel procedurevoorschrift geschonden. Dit werd aan het licht gebracht door de advocaat van appellante, die op 31 januari 2008 de Raad op de hoogte stelde van deze schending. De Raad heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de mogelijkheid van vervallenverklaring van de uitspraak. Na beoordeling van de reacties heeft de Raad vastgesteld dat de behandeling van het geschil tijdens de zitting van 8 juni 2007 zich had moeten beperken tot de ontvankelijkheid van het beroep, maar dat er onterecht een oordeel is gegeven over de mate van arbeidsongeschiktheid zonder dat partijen hun visie konden toelichten. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een schending van fundamentele beginselen van procesrecht. De Raad heeft daarom besloten de uitspraak van 14 december 2007 te vervallen, waarna de zaak opnieuw door een andere kamer van de Raad zal worden behandeld.