ECLI:NL:CRVB:2008:BC1247

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-597 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 14 december 2007 inzake WAO-uitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 mei 2008 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van de Raad van 14 december 2007. De zaak betreft een geschil over de toekenning van een WAO-uitkering aan een werknemer van appellante, die per 24 september 2001 recht had op een uitkering, vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. De Raad heeft in de eerdere uitspraak de beslissing van de rechtbank bevestigd, maar er is een fundamenteel procedurevoorschrift geschonden. Dit werd aan het licht gebracht door de advocaat van appellante, die op 31 januari 2008 de Raad op de hoogte stelde van deze schending. De Raad heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de mogelijkheid van vervallenverklaring van de uitspraak. Na beoordeling van de reacties heeft de Raad vastgesteld dat de behandeling van het geschil tijdens de zitting van 8 juni 2007 zich had moeten beperken tot de ontvankelijkheid van het beroep, maar dat er onterecht een oordeel is gegeven over de mate van arbeidsongeschiktheid zonder dat partijen hun visie konden toelichten. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een schending van fundamentele beginselen van procesrecht. De Raad heeft daarom besloten de uitspraak van 14 december 2007 te vervallen, waarna de zaak opnieuw door een andere kamer van de Raad zal worden behandeld.

Uitspraak

06/597 WAO-Vervallenverklaring.
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 14 december 2007, 06/597 WAO
Partijen:
1. [Appellante], gevestigd te [vestigingsplaats] (hierna: appellante);
2. de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 15 mei 2008.
I. PROCESVERLOOP
Mr. J.P.M. van Zijl, advocaat te Tilburg, heeft de Raad bij brief van 31 januari 2008 medegedeeld van mening te zijn dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 14 december 2007 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een vervallenverklaring van de uitspraak.
Beide partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.
II. OVERWEGINGEN
De Raad heeft na de behandeling van het geschil ter zitting van 8 juni 2007 bij de uitspraak van 14 december 2007 de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, bevestigd. Daarbij is onder meer overwogen dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat de werknemer van appellante per 24 september 2001 recht heeft op een WAO-uitkering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. Het oordeel van de rechtbank daaromtrent wordt door de Raad onderschreven.
Vastgesteld moet echter worden dat de Raad zowel in de kennisgeving voor de zitting van 8 juni 2007 als tijdens die zitting uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat de behandeling van het geschil ter zitting zich zou beperken tot de vraag of de rechtbank het beroep van appellante, gelet op het bepaalde in artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, terecht ontvankelijk heeft geacht. Desalniettemin heeft de Raad in de uitspraak van 14 december 2007 een oordeel uitgesproken over de nader vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid, zonder dat partijen in de gelegenheid zijn geweest daarover hun visie ter zitting nader toe te lichten.
Nu sprake is van een schending van een of meer fundamentele beginselen van procesrecht, ziet de Raad aanleiding te besluiten tot vervallenverklaring van de uitspraak van 14 december 2007.
Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 14 december 2007 zal de zaak door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
verklaart zijn uitspraak van 14 december 2007, 06/597 WAO, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries als voorzitter en J. Brand en A.T. de Kwaasteniet als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 15 mei 2008.
(get.) T.L. de Vries.
(get.) C. de Blaeij.
IJ