ECLI:NL:CRVB:2007:BC1727
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Beroepsmatig verleende rechtsbijstand en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden, die op 23 mei 2006 een beslissing heeft genomen over het verzoek van appellante om bijzondere bijstand in de kosten van griffierecht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 december 2007 uitspraak gedaan. Appellante, vertegenwoordigd door mr. W.M. Heuveling van Ard Juris, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, dat haar verzoek om bijzondere bijstand heeft afgewezen. Tijdens de zitting op 5 juni 2007 was appellante niet aanwezig, maar het College werd vertegenwoordigd door mr. P.D. Nicolai en P.C. Caron.
De Raad heeft overwogen dat appellante de mogelijkheid heeft om nadere stukken te overleggen ter onderbouwing van haar grief dat er sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De Raad concludeert dat de activiteiten van Ard Juris gericht zijn op het leveren van juridisch advies en procesbijstand, en dat er kosten in rekening zijn gebracht aan appellante voor de verleende rechtsbijstand. Dit leidt de Raad tot de conclusie dat er wel degelijk sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand, in tegenstelling tot de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter.
De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten en veroordeelt het College in de kosten van de aan appellante verleende rechtsbijstand. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op € 161,-- voor de kosten in beroep en € 80,50 voor de proceskosten in hoger beroep. Tevens wordt bepaald dat de gemeente Leeuwarden het door appellante betaalde griffierecht van € 105,-- vergoedt.