ECLI:NL:CRVB:2007:BC0401
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen inzake WAO-schatting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 december 2006. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard, omdat het bestreden besluit van 24 januari 2006, dat de verlaging van de WAO-uitkering van betrokkene betrof, niet voldoende was gemotiveerd. De rechtbank oordeelde dat er een afdoende arbeidskundige toelichting ontbrak op de geschiktheid van de aan betrokkene voorgehouden functies.
Tijdens de zitting van de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2007, werd de zaak mondeling behandeld. Namens betrokkene was mr. E. Wolter aanwezig, terwijl appellant werd vertegenwoordigd door mr. J.B. van der Horst. Na de zitting werd erkend dat het bestreden besluit een onvoldoende motivering had, maar in hoger beroep werd alsnog een arbeidskundige rapportage overgelegd.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep zich enkel richtte tegen de opdracht van de rechtbank om een nieuw besluit te nemen. De Raad besloot de aangevallen uitspraak te vernietigen, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven. Tevens werd appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die zijn begroot op € 644,-. De uitspraak werd gedaan op 14 december 2007.