ECLI:NL:CRVB:2007:BC0365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Intrekking WAO-uitkering en zorgvuldigheid van medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de intrekking van haar WAO-uitkering werd bevestigd. Appellante had zich op 9 juni 1997 arbeidsongeschikt gemeld met psychische klachten en ontving aanvankelijk een uitkering op basis van 65 tot 100% arbeidsongeschiktheid. In 2003 werd haar uitkering echter ingetrokken op basis van een medisch onderzoek door arts L.R. Paanakker, die concludeerde dat appellante geen beperkingen had. De arbeidsdeskundige N.V.J. Daalhuizen stelde echter dat appellante haar eigen werkzaamheden niet kon verrichten, maar wel in staat was om andere functies te vervullen, wat leidde tot de intrekking van de uitkering per 21 december 2003.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beslissing tot intrekking van de WAO-uitkering onvoldoende zorgvuldig is voorbereid. De Raad stelt dat de medische grondslag van het besluit niet deugdelijk is gemotiveerd, omdat de bezwaarverzekeringsarts H.J.M. Stammers geen eigen onderzoek heeft verricht, maar enkel dossieronderzoek heeft gedaan. Dit is problematisch gezien de lange periode waarin appellante als volledig arbeidsongeschikt was geacht en de eerdere behandelingen door verschillende artsen. De Raad concludeert dat het Uwv opnieuw op de bezwaren van appellante moet beslissen en dat de aangevallen uitspraak vernietigd moet worden.
Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat het Uwv moet worden veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.288,-, en dat het betaalde griffierecht van € 140,- aan appellante moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 14 december 2007 door de voorzitter J.W. Schuttel en de leden R.C. Stam en A.T. de Kwaasteniet, in aanwezigheid van griffier M. Lochs.