ECLI:NL:CRVB:2007:BB9737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Toekenning volledige WAO-uitkering na schending redelijke termijn en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen het niet-tijdig beslissen op haar bezwaarschrift niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had eerder een proceskostenvergoeding van € 80,50 toegekend, maar de vordering van appellante tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn werd afgewezen. Appellante stelde dat de procedure onredelijk lang had geduurd, met name door het Uwv, en dat zij immateriële schade had geleden door deze overschrijding. In hoger beroep werd door appellante betoogd dat de rechtbank ten onrechte de vordering tot schadevergoeding had afgewezen, en dat de lange duur van de procedure onredelijk was.
Het Uwv voerde aan dat er geen sprake was van overschrijding van de redelijke termijn, en dat de situatie in het buitenland extra tijd met zich meebracht. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de procedure inderdaad langer had geduurd dan redelijk was, en dat het Uwv niet voldoende had aangetoond dat er geen sprake was van spanning en frustratie bij appellante. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en kende appellante een schadevergoeding van € 500,-- toe, naast een proceskostenvergoeding van € 1.288,--. De Raad oordeelde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit instandblijven, en dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 142,-- aan appellante moest vergoeden.