ECLI:NL:CRVB:2007:BB9341
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 november 2007 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 11 oktober 2007. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht van € 106,-- niet tijdig was betaald. Appellante had echter gesteld dat zij het griffierecht op 12 juli 2007 had voldaan, wat in het kader van de verzetprocedure is vastgesteld. De Raad oordeelde dat de eerdere uitspraak berustte op een onjuiste vaststelling van de feiten, aangezien het griffierecht wel degelijk was voldaan binnen de gestelde termijn. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. De Raad heeft geen proceskosten toegekend aan appellante, omdat daar geen bewijs van is geleverd. De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, met A. Kovács als griffier.