ECLI:NL:CRVB:2007:BB9260
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen door onverzekerde periode en niet-betaalde premies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die op 20 mei 2005 een eerder besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft bekrachtigd. De appellant, geboren in 1939, had op 20 september 2003 een AOW-pensioen aangevraagd. De Svb kende hem een pensioen toe van 78% van het maximale bedrag voor ongehuwden, maar paste een korting van 4% toe vanwege een onverzekerde periode van verblijf in het buitenland van 31 augustus 1961 tot en met 1 december 1961 en van 1 januari 1964 tot en met 31 december 1965. Daarnaast was er een korting van 2% per jaar voor niet-betaalde premies over de jaren 1962, 1963, 1966, 1967, 1968, 1970, 1971, 1972 en 1974, omdat de appellant geen rechtsmiddelen had aangewend tegen de besluiten van de Svb en ook geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om achterstallige premies binnen vijf jaar te voldoen.
De Svb verklaarde het bezwaar van de appellant tegen het besluit van 20 februari 2004 ongegrond in een beslissing op bezwaar van 16 juni 2004. De rechtbank oordeelde dat de Svb terecht had vastgesteld dat de appellant in de genoemde perioden onverzekerd was en dat hij niet had aangetoond dat hij in die perioden wel verzekerd was. De rechtbank wees erop dat de appellant meerdere keren de kans had gekregen om de niet-betaalde premies te voldoen, maar dat hij deze mogelijkheid niet had benut.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij de inhoud van de brieven niet had begrepen en dat hij de brieven aan zijn werkgever had overhandigd. De Raad oordeelde dat de appellant niet had aangetoond dat hij in de jaren 1961, 1964 en 1965 in Nederland werkzaam was en dat hij schuldig nalatig was in het betalen van de premies. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de kortingen op het AOW-pensioen terecht waren toegepast. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.