ECLI:NL:CRVB:2007:BB8082
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Geen overname van de pensioentoezegging door de werkgever
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 1 juni 2006. Appellant, geboren in 1949, was in dienst van Warranty Holdings International en had een pensioenverzekering die door de werkgever zou worden overgenomen. Na de aanstelling van bewindvoerders in Groot-Brittannië en de daaropvolgende beëindiging van de arbeidsovereenkomst, heeft appellant het Uwv verzocht om de pensioenpremie over te nemen. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, omdat de vordering van appellant terzake aan gerede twijfel onderhevig was. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de relevante bepalingen. Tijdens de zitting op 12 september 2007 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door zijn raadsvrouw, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door W. Prins.
De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft besloten om de pensioenpremie niet over te nemen. De Raad stelt vast dat appellant niet heeft aangetoond dat de werkgever een overeenkomst had met de pensioenverzekeraar of dat er een pensioenverplichting was ontstaan. De voorwaarde in de arbeidsovereenkomst, dat de werkgever de pensioenverzekering zou overnemen, was niet voldoende onderbouwd door appellant. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden, voor bevestiging in aanmerking komt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2007.