ECLI:NL:CRVB:2007:BB7263
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Arnhem inzake WAO-schatting en terugwijzing voor verdere behandeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. Appellante had eerder bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar WAO-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De intrekking vond plaats omdat appellante minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de door het Uwv vastgestelde belastbaarheid van appellante correct was, maar appellante stelde dat haar situatie per 6 juni 2005 verslechterd was ten opzichte van de situatie op 26 oktober 2004, waarop de eerdere beoordeling was gebaseerd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank in de aangevallen uitspraak ten onrechte de gronden van appellante tegen het bestreden besluit niet inhoudelijk had beoordeeld. De Raad stelde vast dat de rechtbank zich in de eerdere uitspraak enkel had uitgesproken over de belastbaarheid van appellante op 26 oktober 2004 en niet over haar situatie op 6 juni 2005. Dit leidde tot de conclusie dat de aangevallen uitspraak in strijd was met artikel 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en wees de zaak terug naar de rechtbank Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante in hoger beroep, tot een bedrag van € 644,-, en werd bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 105,- aan appellante diende te vergoeden.