ECLI:NL:CRVB:2007:BB7236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- C.W.J. Schoor
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het pachtersvoordeel bij de vaststelling van inkomsten uit arbeid in het kader van de WAZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht het pachtersvoordeel heeft meegenomen bij de vaststelling van het inkomen van appellant uit arbeid. De zaak betreft een geschil tussen appellant en het Uwv, waarbij appellant in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 28 juni 2005. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat het Uwv het pachtersvoordeel correct had meegenomen in de berekening van het inkomen van appellant voor de toepassing van de anticumulatieregeling van artikel 58 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ).
Tijdens de zitting op 25 september 2007 heeft de gemachtigde van appellant, G. de Vries, zijn standpunt herhaald, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. L. Ritsma. De Raad heeft de argumenten van beide partijen gehoord en is tot de conclusie gekomen dat het Uwv inderdaad het pachtersvoordeel op de juiste wijze heeft meegenomen. De Raad heeft bevestigd dat appellant in het tijdvak van 1 mei 1999 tot 1 mei 2000 arbeid heeft verricht in zijn agrarisch bedrijf en dat het pachtersvoordeel dat hij genoot, voortvloeide uit zijn bedrijfsuitoefening.
De Raad heeft verder overwogen dat de fiscale keuze van appellant met betrekking tot het pachtersvoordeel niet kan worden genegeerd, ook al had een andere keuze mogelijk geweest. De Raad heeft de eerdere overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van de fiscale keuze wordt afgeweken. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling is uitgesproken.