ECLI:NL:CRVB:2007:BB6226
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en geschiktheid van functies
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de intrekking van haar WAO-uitkering aan de orde is. Appellante, die sinds 1977 arbeidsongeschikt is, heeft in 2000 een herbeoordeling ondergaan. De verzekeringsarts concludeerde dat zij in staat was om rugsparende arbeid te verrichten, wat leidde tot de intrekking van haar uitkering. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoert dat haar medische situatie niet correct is beoordeeld. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, maar in hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw bekeken.
De Raad constateert dat de geselecteerde functie van stikster lederwaren niet passend is, omdat niet is aangetoond dat appellante over de vereiste ervaring beschikt. Daarnaast is er twijfel over de medische geschiktheid van de geselecteerde functies, gezien de rapportages van de bezwaararbeidsdeskundige en de bezwaarverzekeringsarts. De Raad oordeelt dat de schatting van de arbeidsongeschiktheid niet voldoet aan de wettelijke vereisten, omdat deze niet is gebaseerd op ten minste drie verschillende functies met samen ten minste 30 arbeidsplaatsen. Hierdoor komt het bestreden besluit van het Uwv voor vernietiging in aanmerking.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1368,- bedragen. De uitspraak is gedaan op 20 september 2007, waarbij de Raad de Raad van bestuur van het Uwv opdraagt om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de bevindingen in deze uitspraak.