ECLI:NL:CRVB:2007:BB6122
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- G. van der Wiel
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering en vernietiging eerdere besluiten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A. te B. tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 13 februari 2007, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch ongegrond werd verklaard. Het College had op 26 mei 2005 besloten om de kosten van bijstandsverlening aan L. van appellant terug te vorderen, wat resulteerde in een bedrag van € 37.572,43. Na bezwaar van appellant werd dit bedrag op 16 mei 2006 verlaagd tot € 3.394,80, maar het bezwaar werd niet volledig gegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 4 september 2007, waar appellant werd bijgestaan door zijn advocaat mr. H.M.S. Cremers, werd het standpunt van het College verdedigd door J. van Kersen en A.M. Jacobs. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 16 oktober 2007 geoordeeld dat het College ten onrechte had gesteld dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding tussen appellant en L. gedurende de relevante periode. Hierdoor was de grondslag voor de terugvordering komen te vervallen.
De Raad heeft het hoger beroep van appellant gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van het College van 16 mei 2006 vernietigd. Tevens werd het besluit van 26 mei 2005 herroepen voor zover het betrekking had op de medeterugvordering van appellant. De Raad heeft het College veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 966,--, en heeft bepaald dat de gemeente 's-Hertogenbosch het griffierecht van in totaal € 142,-- aan appellant vergoedt.