ECLI:NL:CRVB:2007:BB5365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.F. Bandringa
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAZ-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 6 oktober 2005 een eerdere beslissing van het Uwv bevestigde. De appellant, die in het verleden als zelfstandig horeca-ondernemer werkte, had een WAZ-uitkering ontvangen op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Na een herbeoordeling door een verzekeringsarts, die twijfels had over de door de appellant gestelde beperkingen, werd er een psychiatrische expertise aangevraagd. De arbeidsdeskundige concludeerde dat de appellant in staat was om functies te vervullen die een inkomen opleverden dat boven de grens van arbeidsongeschiktheid lag. Op 30 september 2004 werd de WAZ-uitkering van de appellant ingetrokken, wat leidde tot bezwaar en uiteindelijk tot een rechtszaak.
De rechtbank oordeelde dat de (bezwaar)verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hadden gedaan en dat er onvoldoende reden was om te twijfelen aan de deskundigheid van de betrokken artsen. De rechtbank vond dat de traumatische ervaringen van de appellant in de beoordeling waren meegenomen en dat er geen medische attesten waren die een andere visie ondersteunden. De rechtbank bevestigde dat de appellant op de datum in geding in staat was om de door de arbeidsdeskundige voorgestelde functies te vervullen.
In hoger beroep bevestigde de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de conclusies van de verzekeringsarts, die de appellant had onderzocht, doorslaggevend waren en dat er geen reden was om aan de deskundigheid van de betrokken artsen te twijfelen. De Raad wees ook de argumenten van de appellant in hoger beroep af, omdat deze geen nieuwe medische gegevens bevatten die de eerdere beoordelingen konden ondermijnen. De Raad concludeerde dat de intrekking van de WAZ-uitkering terecht was en dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.