ECLI:NL:CRVB:2007:BB4657
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van belastbaarheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 30 december 2005, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, geboren in 1946 en voormalig ziektewetrapporteur, had een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontvangen, maar deze werd herzien na een herbeoordeling. De verzekeringsarts N. Blokland-Kuhler concludeerde dat appellant beperkingen had door een aanpassingsstoornis, en op basis van haar rapport werd de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 35 tot 45%. Dit leidde tot een herziening van de uitkering per 21 november 2004.
Appellant was het niet eens met deze herziening en stelde dat hij meer beperkingen had dan het Uwv had aangenomen. In hoger beroep herhaalde hij zijn grieven. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de geschiktheid van appellant voor de functies die ten grondslag lagen aan het besluit van 19 oktober 2005 voldoende was vastgesteld. De Raad bevestigde dat de medische beoordeling door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om de bevindingen van het Uwv te betwisten. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd en dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met D.J. van der Vos als voorzitter en R.C. Stam en J. Riphagen als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 september 2007, in aanwezigheid van griffier A.C. Palmboom.