ECLI:NL:CRVB:2007:BB2306
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over de WAO-schatting en belastbaarheid van appellante
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 18 april 2004, waarin het beroep tegen het besluit van het Uwv van 21 april 2004 werd gegrond verklaard. Appellante stelt dat zij per 27 augustus 2004 volledig arbeidsongeschikt is, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellante per 20 mei 2003 een WAO-uitkering kreeg toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheid van 65 tot 80%. De Raad volgt de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het Uwv een juist beeld heeft van de medische situatie van appellante. De Raad wijst erop dat de opvattingen van de huisarts en de Arbo-arts, evenals het rapport van psychiater F.P. Bish, niet voldoende zijn om de conclusie van het Uwv te weerleggen. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 10 augustus 2007, waarbij appellante niet aanwezig was en het Uwv vertegenwoordigd was door mr. E.F. de Roy van Zuydewijn. De Raad concludeert dat appellante in staat is om 20 uren per week te werken, zoals eerder vastgesteld door de arbeidsdeskundige.