ECLI:NL:CRVB:2007:BB2198

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/4232 AW-VV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake voorwaardelijk strafontslag van ambtenaar

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van de gemeente Eindhoven, hierna verzoeker, in het kader van een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 22 mei 2007 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de verzoeker opgedragen een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar tegen het besluit van 25 juli 2005, waarbij een voorwaardelijk strafontslag was opgelegd aan de betrokkene. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de omstandigheid dat de aangevallen uitspraak naar het oordeel van verzoeker niet in stand zal blijven, op zichzelf onvoldoende grondslag biedt voor het aannemen van een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening. De rechtbank had in haar uitspraak ruimte gelaten voor de mogelijkheid dat het ontslag zou worden gehandhaafd, en de voorzieningenrechter concludeerde dat er geen onoverkomelijke problemen of onverantwoorde risico's voor de verzoeker zouden ontstaan door de uitvoering van de aangevallen uitspraak. Gezien deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de verzoeker in de proceskosten van de betrokkene veroordeeld, begroot op € 322,-- voor rechtsbijstand en € 24,32 voor reiskosten, te betalen door de gemeente Eindhoven.

Uitspraak

07/4232 AW-VV
Centrale Raad van Beroep
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op 16 augustus 2007 van de
voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep
inzake het verzoek van:
het College van burgemeester en wethouder van de gemeente Eindhoven (hierna: verzoeker)
in verband met het hoger beroep van:
verzoeker
tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 22 mei 2007, 06/3534 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
[Betrokkene],
en
verzoeker
De beslissing luidt:
Wijst het verzoek van verzoeker om voorlopige voorziening af;
Veroordeelt verzoeker in de proceskosten van betrokkene, begroot op € 322,-- aan kosten van door mr. R.G.A.M. Theunissen verleende rechtsbijstand en op € 24,32 aan reiskosten, te betalen door de gemeente Eindhoven.
Deze beslissing is als volgt gemotiveerd.
1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat verzoeker een nieuwe beslissing dient te nemen op het bezwaar tegen het besluit van 25 juli 2005, waarbij het aan betrokkene verleende voorwaardelijke strafontslag ten uitvoer is gelegd.
2. De voorzieningenrechter stelt vast dat de aangevallen uitspraak - anders dan verzoeker stelt - niet zonder meer tot herstel van het dienstverband met en het hervatten van de werkzaamheden voor betrokkene noopt. Ingevolge die uitspraak moet verzoeker een nieuwe beslissing nemen op het bezwaar van betrokkene tegen het besluit tot tenuitvoerlegging van het strafontslag. De rechtbank heeft volstaan met een vernietiging van het bestreden besluit wegens een motiveringsgebrek. In de overwegingen heeft de rechtbank ruimte gelaten om het ontslag wederom te handhaven.
3. Volgens vaste rechtspraak vormt de enkele omstandigheid dat de aangevallen uitspraak naar het oordeel van verzoeker niet in stand zal kunnen blijven, op zichzelf onvoldoende grondslag voor het oordeel dat een spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening aanwezig is.
4. Voorts kan niet worden ingezien dat de uitvoering van de aangevallen uitspraak leidt tot voor verzoeker (en zijn organisatie) onoverkomelijke (waaronder begrepen: financiële) problemen of onverantwoorde risico’s, ook niet indien het hoger beroep van verzoeker doel treft en het ontslagbesluit in stand wordt gelaten.
5. Gegeven het vorenstaande wordt het verzoek wegens gebrek aan spoedeisend belang afgewezen.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 16 augustus 2007
(get.) H.A.A.G. Vermeulen
(get.) G.M.G. Hink
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep
SG