ECLI:NL:CRVB:2007:BB2104
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- R.C. Stam
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en geschiktheid voor eigen werk van coupeuse
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de intrekking van haar WAO-uitkering werd bevestigd. Appellante, werkzaam als coupeuse, had een WAO-uitkering ontvangen na een ziekmelding in 2003. De uitkering werd echter ingetrokken per 1 september 2003, omdat het Uwv van mening was dat appellante, ondanks haar medische beperkingen, in staat was haar eigen werk te verrichten. Appellante betwistte deze beslissing en voerde aan dat haar medische situatie, waaronder recent gediagnosticeerd hemifacialisspasme, niet correct was beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medische beperkingen van appellante voldoende waren vastgesteld en dat zij in staat was haar maatgevende arbeid te verrichten. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en na een zitting waar appellante en haar advocaat aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van het Uwv.