ECLI:NL:CRVB:2007:BB1907
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- A. van Netten
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid voor WAZ-uitkering van een zelfstandig binnenschipper met medische beperkingen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die een WAZ-uitkering heeft aangevraagd vanwege medische klachten die hem belemmerden in zijn werk als zelfstandig binnenschipper. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 augustus 2007 uitspraak gedaan. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.J.A. Aerts, stelde dat hij door medisch objectiveerbare aandoeningen geen duurzaam benutbare mogelijkheden voor arbeid had. Het Uwv, dat het bezwaar tegen de afwijzing van de WAZ-uitkering had behandeld, heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de beschikbare medische informatie de claim van de appellant niet ondersteunde. Ondanks de beperkingen die de appellant had, was hij in staat om een deel van zijn eigen werk uit te voeren, waarbij hij nog steeds als binnenschipper werkte, zij het met hulp van een matroos. De Raad concludeerde dat de appellant, met de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies, in staat was om een inkomen te verwerven dat hem geen recht op een WAZ-uitkering gaf.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier A. van Netten, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.