ECLI:NL:CRVB:2007:BB1391
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- G. van der Wiel
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvragen bijzondere bijstand voor kosten van medicijnen en rechtshulp
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 5 juli 2006, waarin de rechtbank de beroepen tegen de besluiten van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss ongegrond heeft verklaard. Appellanten hadden bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van medicijnen, verbandmiddelen en rechtshulp, maar het College had deze aanvragen afgewezen. De besluiten van het College van 3 juli 2003 en 12 november 2003 waren in geschil, waarbij de rechtbank de bezwaren van appellanten tegen het besluit van 3 juli 2003 ongegrond verklaarde.
Tijdens de zitting op 26 juni 2007 werd duidelijk dat de kosten voor medicijnen en verbandmiddelen inmiddels waren vergoed, waardoor appellanten enkel een principieel belang overhielden bij hun hoger beroep. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat dit onvoldoende was om een procesbelang te rechtvaardigen, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep met betrekking tot de ongegrondverklaring van de rechtbank.
Met betrekking tot de bijzondere bijstand voor proceskosten, verklaarden appellanten dat zij zich niet konden verenigen met het besluit van het College van 12 november 2003, maar enkel voor zover het ging om de weigering van bijzondere bijstand voor de kosten van een civiele procedure. De Raad oordeelde dat ook dit hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat appellanten geen belang meer hadden bij de beoordeling van het besluit van 12 november 2003, behalve voor de civiele proceskosten.
De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het hoger beroep van appellanten niet-ontvankelijk.