ECLI:NL:CRVB:2007:BB1387
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- L.F.M. Verhey
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake bijstandsverlening en gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2007 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 17 oktober 2006. Verzoekster, bijgestaan door drs. F.W. King, vroeg om herziening van de uitspraak waarin werd geoordeeld dat zij samen met haar partner een gezamenlijke huishouding had gevoerd en dat haar partner in strijd met zijn inlichtingenverplichting had gehandeld door dit niet aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer te melden. Hierdoor was het College bevoegd om de ten onrechte betaalde bijstand terug te vorderen van verzoekster.
Verzoekster baseerde haar verzoek om herziening op een arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 20 juni 2006, waarin haar partner was vrijgesproken van valsheid in geschrifte. Verzoekster stelde dat deze vrijspraak de basis van de eerdere uitspraak van de Raad ondermijnde. De Raad oordeelde echter dat het arrest van het gerechtshof niet kon worden aangemerkt als een feit of omstandigheid die aanleiding gaf tot herziening, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad benadrukte dat de bestuursrechter niet gebonden is aan de oordelen van de strafrechter, vooral omdat in een strafrechtelijke procedure een andere rechtsvraag aan de orde is. Het verzoek om herziening werd daarom afgewezen, en de Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter, en werd in het openbaar uitgesproken.