ECLI:NL:CRVB:2007:BB1212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de herziening van WAO-uitkering en medische grondslag
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, die sinds april 1982 een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontvangt vanwege knieklachten. De uitkering was laatstelijk vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Appellant heeft in 2002 verzocht om herziening van zijn uitkering in verband met toegenomen klachten. Het Uwv heeft na onderzoek de uitkering per 11 november 2002 herzien naar een mate van 25 tot 35% en dit besluit is later door het Uwv bevestigd. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van 13 juli 2004 ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 3 augustus 2007 de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad overweegt dat het Uwv voldoende medisch onderzoek heeft verricht en dat de bezwaarverzekeringsarts Jonker de relevante medische gegevens heeft betrokken in haar oordeel. Appellant heeft aangevoerd dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de samenhang tussen zijn knie-, enkel- en rugklachten, maar de Raad oordeelt dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende informatie heeft verzameld en dat de vastgestelde beperkingen adequaat zijn. De Raad wijst erop dat de medische gegevens geen objectieve onderbouwing bieden voor de stelling van appellant dat zijn beperkingen te licht zijn ingeschat.
De Raad concludeert dat het Uwv terecht heeft besloten tot herziening van de uitkering en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het verzoek van appellant om vergoeding van wettelijke rente over de na te betalen uitkering wordt afgewezen, omdat dit niet mogelijk is volgens de wet. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door het Uwv.