ECLI:NL:CRVB:2007:BB0544
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- J.N.A. Bootsma
- L.H. Waller
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van de aflossingscapaciteit bij terugbetaling van bijstandsuitkering
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 28 februari 2006, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen ongegrond werd verklaard. Het College had bij besluit van 15 maart 2005 het maandelijks af te lossen bedrag voor de terugbetaling van bijstandsuitkeringen vastgesteld op € 162,28 per maand. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd door het College ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in haar uitspraak uitvoerig ingegaan op de door appellant naar voren gebrachte stellingen en heeft geoordeeld dat het besluit van het College in rechte stand kan houden.
Tijdens de zitting op 5 juni 2007 is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het College niet vertegenwoordigd was. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor deze zaak in overweging genomen en heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Raad heeft verder opgemerkt dat bij de vaststelling van de aflossingscapaciteit ook rekening moet worden gehouden met de inkomsten van de partner van appellant, die hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de terugbetaling van de bijstandsuitkering. De Raad heeft geen toereikende aanknopingspunten gevonden om het oordeel van de rechtbank te weerleggen en onderschrijft de overwegingen die aan dat oordeel ten grondslag liggen. De Raad heeft ook vastgesteld dat het College bij de bepaling van de aflossingscapaciteit terecht geen rekening heeft gehouden met schulden die zijn gemaakt op een moment dat appellant rekening had kunnen houden met de aflossingsverplichting.