ECLI:NL:CRVB:2007:BA8941
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank over de WAO-schatting van een werknemer met psychische klachten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 mei 2005. De rechtbank had het beroep van betrokkene, die in het genot was van een WAO-uitkering, gegrond verklaard en het bestreden besluit van appellant vernietigd. Betrokkene, geboren in 1959, had een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Na een herbeoordeling door een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige werd zijn arbeidsongeschiktheid per 29 januari 2004 vastgesteld op 15 tot 25%. Betrokkene maakte bezwaar tegen dit besluit, maar zijn bezwaren werden ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellant onvoldoende zorgvuldig had gehandeld in de bezwaarprocedure, vooral omdat betrokkene had verzocht om een onafhankelijk medisch onderzoek, wat niet was gehonoreerd.
Tijdens de zitting op 15 mei 2007 herhaalde betrokkene zijn argumenten over de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de argumentatie van betrokkene onvoldoende was om van het beginsel af te wijken dat een verzoek om een onderzoek door een bezwaarverzekeringsarts in beginsel gehonoreerd dient te worden. De Raad concludeerde dat het onderzoek in de bezwaarprocedure niet zorgvuldig genoeg was geweest, vooral gezien de psychische klachten van betrokkene die een belangrijke rol speelden in zijn arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde appellant tot betaling van proceskosten aan betrokkene. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met C.W.J. Schoor als voorzitter en H.G. Rottier en C.P.M. van de Kerkhof als leden, en werd openbaar uitgesproken op 19 juni 2007.