ECLI:NL:CRVB:2007:BA8066
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering wegens weigering medewerking aan psychiatrisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, die in februari 1993 arbeidsongeschikt raakte als verpleegkundige. Appellante ontving vanaf 3 februari 1994 een volledige WAO-uitkering, maar haar arbeidsongeschiktheidspercentage is sindsdien meerdere keren aangepast. Het Uwv heeft de uitkering per 1 september 2004 ingetrokken omdat appellante weigerde mee te werken aan een door de verzekeringsarts noodzakelijk geacht psychiatrisch onderzoek. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond, en appellante ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende had gemotiveerd waarom het psychiatrisch onderzoek noodzakelijk was. Appellante had aangevoerd dat zij al op somatische gronden volledig arbeidsongeschikt was, maar de Raad stelde vast dat er geen duidelijke somatische oorzaak voor haar klachten was. De somatisatiestoornis die bij haar was vastgesteld, viel onder het vakgebied van de psychiatrie, en de Raad vond de weigering van appellante om mee te werken aan het onderzoek niet gerechtvaardigd.
De Raad concludeerde dat het Uwv terecht de uitkering had ingetrokken, omdat de weigering van appellante om zich te laten onderzoeken door een psychiater betekende dat niet kon worden vastgesteld of er nog recht op uitkering bestond. De Raad wees erop dat appellante later wel medewerking had verleend aan een psychiatrische expertise, maar dat dit niet relevant was voor de beoordeling van de intrekking per 1 september 2004. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 22 juni 2007.