ECLI:NL:CRVB:2007:BA7830

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/2829 WAO-VVK
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen verklaring van een eerdere uitspraak in hoger beroep inzake WAO

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. S. van Andel, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem van 20 april 2004. Deze uitspraak verklaarde het beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 16 juli 2003 ongegrond. De Centrale Raad van Beroep bevestigde op 30 mei 2007 de eerdere uitspraak van 16 mei 2007, maar constateerde dat de beraadslaging over deze zaak nog niet was afgerond. Dit leidde tot de beslissing om de uitspraak van 16 mei 2007 vervallen te verklaren.

De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak op 30 mei 2007 aan de partijen is verzonden, terwijl de beraadslaging over deze en andere aan de zaak gerelateerde kwesties nog niet was afgerond. Dit heeft geleid tot de noodzaak om de eerdere uitspraak te herzien. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 juni 2007 de uitspraak van 16 mei 2007 vervallen verklaard, waarbij de voorzitter Ch. van Voorst en de leden M.S.E. Wulffraat-van Dijk en M.C. Bruning betrokken waren. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met P. van der Wal als griffier aanwezig.

De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beraadslaging en de noodzaak om de procedurele regels te volgen bij het nemen van beslissingen in hoger beroep. De uitspraak van de Raad van 16 mei 2007 wordt als nietig beschouwd, wat betekent dat de eerdere beslissing niet meer van kracht is en dat de zaak opnieuw moet worden beoordeeld.

Uitspraak

04/2829 WAO-VVK
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellante] (hierna: appellante)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna :Uwv)
Datum uitspraak: 21 juni 2007
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. S. van Andel, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld tegen een door de rechtbank Haarlem op 20 april 2004 in het geding 03/1417 gegeven uitspraak, waarbij het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv van 16 juli 2003 ongegrond is verklaard.
Bij op 30 mei 2007 aan partijen verzonden uitspraak van 16 mei 2007 (04/2829 WAO) heeft de Raad voormelde uitspraak bevestigd.
Bij faxbericht en brief van 6 juni 2007 heeft de Raad aan partijen meegedeeld voornemens te zijn om zijn uitspraak van
16 mei 2007 vervallen te verklaren.
De gemachtigde van appellante en het Uwv hebben bij brief van 14 juni 2007 respectievelijk 11 juni 2007 hun zienswijze op dit voornemen kenbaar gemaakt.
II. OVERWEGINGEN
De Raad stelt vast dat zijn uitspraak van 16 mei 2007 op 30 mei 2007 aan partijen is verzonden, hoewel de beraadslaging over deze zaak, alsmede over een aantal andere met deze zaak op de zitting van 4 april 2007 gevoegd behandelde zaken, nog niet was afgerond.
Gelet hierop dient voormelde uitspraak van de Raad vervallen te worden verklaard.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Verklaart de uitspraak van de Raad van 16 mei 2007 (04/2829 WAO) vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst als voorzitter en M.S.E. Wulffraat-van Dijk en M.C. Bruning als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P. van der Wal als griffier, uitgesproken in het openbaar op 21 juni 2007.
(get.) Ch. van Voorst.
(get.) P. van der Wal.