ECLI:NL:CRVB:2007:BA7441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid en WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, die op 22 februari 2005 het beroep ongegrond verklaarde. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 4 mei 2004, waarin de verlaging van zijn WAO-uitkering werd gehandhaafd. De rechtbank had eerder het besluit van het Uwv van 4 augustus 2003 bevestigd, dat de arbeidsongeschiktheid van appellant op 25 tot 35% had vastgesteld.
Tijdens de zitting op 4 mei 2007 heeft appellant zijn standpunt herhaald dat hij door rugklachten niet in staat is om de aan hem geduide functies te vervullen. Hij verwees naar een rapport van medisch adviseur D.J. Schakel, waarin vraagtekens werden gezet bij de passendheid van de geduide functies. De Centrale Raad van Beroep heeft echter, net als de rechtbank, geen aanknopingspunten gevonden om te twijfelen aan de medische oordelen die aan het bestreden besluit ten grondslag lagen. De Raad concludeert dat de medische beperkingen van appellant niet zijn onderschat en dat de argumenten van appellant in hoger beroep niet overtuigend zijn.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van griffier J.E.M.J. Hetharie, op 15 juni 2007. De Raad heeft vastgesteld dat de geduide functies voldoen aan de eisen van de regelgeving, aangezien er minimaal drie functies zijn die tezamen tenminste dertig arbeidsplaatsen vertegenwoordigen.