ECLI:NL:CRVB:2007:BA7307
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over WAO-schatting en geschiktheid eigen werk van werknemer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de werkgever tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de rechtbank het beroep van de werknemer gegrond verklaarde en het bestreden besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vernietigde. De werknemer, die in dienst was als onderbaas afbouw, had psychische klachten en ontving een WAO-uitkering. Het Uwv had deze uitkering ingetrokken, omdat zij meende dat de werknemer weer geschikt was voor zijn eigen werk. De werknemer was het hier niet mee eens en stelde dat hij niet in staat was om zijn functie te vervullen.
De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek heropend om nadere vragen te stellen aan de deskundige S. Brouwer, die eerder rapport had uitgebracht over de geschiktheid van de werknemer. De rechtbank had vastgesteld dat de medische beperkingen van de werknemer correct waren vastgesteld, maar het Uwv had ten onrechte geconcludeerd dat de werknemer ongeschikt was voor zijn eigen functie. In hoger beroep voerde de werkgever aan dat de deskundige de werkplek niet had bezocht en een onjuist beeld had gekregen van de functie.
De Raad oordeelde dat de medische beperkingen geen geschilpunt waren en dat de vraag was of de werknemer geschikt was voor zijn maatmanarbeid. De Raad concludeerde dat de hoger beroepen niet slagen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de werknemer, die werden begroot op € 161,-. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en openbaar uitgesproken op 12 juni 2007.