ECLI:NL:CRVB:2007:BA7022
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering aan appellante na beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had geweigerd om aan appellante per 2 januari 2004 een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toe te kennen, omdat zij met haar beperkingen in staat werd geacht om de werkzaamheden van lid van een smaakpanel gedurende 5 uur per week te verrichten. Appellante stelde dat zij ten onrechte geschikt was geacht voor deze werkzaamheden, omdat zij als gevolg van haar beperkingen niet in staat was om deze functie uit te oefenen. Ze verwees naar een test die zij op 29 maart 2005 had afgelegd, waaruit bleek dat zij niet geschikt was voor de functie.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep behandeld en vastgesteld dat de enige vraag die in geding was, of appellante per 2 januari 2004 in staat moest worden geacht om de werkzaamheden te verrichten die verbonden zijn aan de functie van lid van een smaakpanel. De Raad heeft, met overname van de overwegingen van de rechtbank, deze vraag bevestigend beantwoord. De Raad oordeelde dat de belasting van de functie van panellid gedurende 5 uur per week binnen de belastbaarheid van appellante viel, zoals vastgesteld door de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts. De Raad vond geen voldoende aanknopingspunten in de rapportages van Psychosofia om te concluderen dat appellante de werkzaamheden niet zou kunnen verrichten.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenveroordeling volgde. De uitspraak werd openbaar gedaan op 8 juni 2007.