ECLI:NL:CRVB:2007:BA6878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- G. van der Wiel
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op basis van onjuiste informatie over woonadres en financiële situatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 23 januari 2006 het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam ongegrond verklaarde. Dit besluit, genomen op 2 september 2004, hield in dat de aanvraag van appellante voor bijstandsuitkering werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellante onjuiste en onvolledige informatie had verstrekt over haar woonadres en financiële situatie, waardoor het College niet kon vaststellen of zij recht had op bijstand.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 mei 2007 uitspraak gedaan in deze zaak. Tijdens de zitting op 3 april 2007 is appellante vertegenwoordigd door haar advocaat, terwijl het College werd vertegenwoordigd door een medewerker van de gemeente Amsterdam. De Raad heeft vastgesteld dat de te beoordelen periode voor de aanvraag om bijstand loopt van de datum van de aanvraag tot de datum van het primaire besluit. In dit geval was dat van 19 januari 2004 tot en met 7 april 2004.
De Raad heeft overwogen dat de woon- en leefsituatie van de aanvrager cruciaal is voor de beoordeling van het recht op bijstand. Appellante had de verplichting om juiste informatie te verstrekken over haar woonadres. De Raad concludeert dat het College op goede gronden heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over haar feitelijke verblijfplaats. De Raad heeft daarbij de bevindingen van een huisbezoek op 3 maart 2004 in aanmerking genomen, waaruit bleek dat er twijfels bestonden over de woonplaats van appellante.
Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat appellante niet heeft voldaan aan haar inlichtingenverplichting, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. Het hoger beroep van appellante is afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.