ECLI:NL:CRVB:2007:BA6388
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting met betrekking tot arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin de rechtbank het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft bevestigd. Dit besluit betrof de herziening van de WAO-uitkering van appellante, waarbij het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid heeft vastgesteld op 55 tot 65%. De rechtbank oordeelde dat er geen aanwijzingen waren dat de functionele mogelijkheden van appellante onjuist waren vastgesteld door het Uwv. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar medische klachten, waaronder psychische klachten en gehoorproblemen, niet adequaat zijn meegenomen in de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.
De bezwaararbeidsdeskundige R.J.C. Hogeveen heeft in hoger beroep een uitgebreide toelichting gegeven op de arbeidskundige grondslag van de schatting. Hij heeft gemotiveerd dat de door het Claim-, Beoordelings- en Borgingssysteem gesignaleerde mogelijke overschrijdingen in de functies van appellante toelaatbaar zijn. De Raad heeft de ingediende stukken van appellante beoordeeld, maar deze gaven geen aanleiding om van het eerdere oordeel af te wijken, omdat ze geen betrekking hadden op de situatie ten tijde van de datum in geding.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat de arbeidskundige toelichting in de fase van het hoger beroep afdoende was en heeft het bestreden besluit vernietigd wegens een motiveringsgebrek. De rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven echter in stand. Tevens heeft de Raad het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.288,-- bedragen, en heeft het Uwv bevolen het betaalde griffierecht van € 140,-- aan appellante te vergoeden.