ECLI:NL:CRVB:2007:BA6375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vaststelling van maatman en maatmanloon in het kader van WAO en WAZ uitkeringen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin de Centrale Raad van Beroep op 22 mei 2007 uitspraak deed. Appellant, werkzaam als directeur-grootaandeelhouder van een horecaonderneming, had een aanvraag ingediend voor een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid. De aanvraag was gedaan na het staken van zijn werkzaamheden op 17 augustus 2000, en het UWV had vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 15% bedroeg, waardoor geen WAO-uitkering werd toegekend. Later werd ook vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) op minder dan 25% lag, wat leidde tot de afwijzing van de WAZ-uitkering.
In hoger beroep voerde appellant aan dat het UWV bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid is uitgegaan van een onjuiste maatman en maatmanloon. De Raad oordeelde dat het UWV het maatmaninkomen van appellant terecht had vastgesteld op € 1,01 per uur, gebaseerd op de fiscale bijtelling van de auto van de zaak. De Raad benadrukte dat het maatmaninkomen van een directeur-grootaandeelhouder het loon is dat hij feitelijk genoot voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid, tenzij dit geen getrouwe afspiegeling vormt van zijn verdiencapaciteit.
De Raad concludeerde dat het UWV geen andere inkomsten had kunnen vaststellen die het maatmaninkomen zouden beïnvloeden. De stellingen van appellant over de maatman werden niet verder behandeld, omdat het vastgestelde maatmanloon al voldoende was om geen verlies aan verdiencapaciteit vast te stellen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij werd vastgesteld dat appellant, ondanks zijn vrijwillige verzekering voor de WAO, geen recht op uitkering kon ontlenen zonder dat zijn feitelijke inkomsten in aanmerking werden genomen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier M. Gunter.