ECLI:NL:CRVB:2007:BA6248
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- A.C.W. Ris-van Huussen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit Uwv over WAO-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in een besluit van 29 november 2002 vastgesteld dat appellant per 6 juni 2002 geen recht meer had op een WAO-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid was afgenomen tot minder dan 15%. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte geen rekening heeft gehouden met zijn commentaar op het rapport van de deskundige, waarin beperkingen aan de linkerhand werden vastgesteld, maar deze niet werden meegenomen in de functionele mogelijkhedenlijst.
Tijdens de zitting op 13 oktober 2006 werd duidelijk dat het onderzoek niet volledig was, waarna de Raad het onderzoek heropende. De deskundige, dr. R.M. Bloem, heeft in een aanvullend rapport van 23 januari 2007 aangegeven dat de functies van electronicamonteur en bestelautochauffeur niet geschikt zijn voor appellant, maar dat hij wel geschikt is voor andere functies zoals samensteller metaalwaren en kassamedewerker. De Raad heeft het oordeel van de deskundige gevolgd, omdat dit zorgvuldig en consistent was onderbouwd.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het hoger beroep slaagt, de aangevallen uitspraak en het besluit van 29 november 2002 vernietigd worden, en dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1610,-- voor verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 1 juni 2007.