ECLI:NL:CRVB:2007:BA5945
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Maastricht inzake WAO-schatting en maatmaninkomen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 4 april 2005, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, die als packing-operator werkzaam was, had zich op 19 september 2002 ziek gemeld en verzocht om een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uwv had op 11 november 2003 vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant 25 tot 35% was, maar na bezwaar werd dit bijgesteld naar 35 tot 45%. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv volledig en zorgvuldig was en dat appellant geen medische informatie had ingebracht die de beoordeling door het Uwv in twijfel trok.
Tijdens de zitting bij de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2007 werd door het Uwv gesteld dat de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van appellant was bijgesteld, wat leidde tot een herziening van de mate van arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde echter dat het Uwv geen aanleiding had om nieuwe stukken in het geding te brengen, en dat het bestreden besluit niet juist was. De Raad vernietigde zowel het bestreden besluit als de aangevallen uitspraak, omdat het Uwv de aanwezigheidsbonus van appellant op een onjuiste wijze had meegenomen in het maatmaninkomen. De Raad oordeelde dat het Uwv de bonus naar evenredigheid had moeten toerekenen naar het aantal uren dat appellant per jaar werkte.
De Raad besloot dat het Uwv een nieuw besluit op het bezwaar van appellant moest nemen en veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 1288,-- bedroegen. Tevens werd bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van € 140,-- diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met K.J.S. Spaas als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 22 mei 2007.