ECLI:NL:CRVB:2007:BA4617
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J.G. Treffers
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de WAO
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 20 januari 2005 zijn beroep ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek naar de beperkingen van appellant bij het verrichten van arbeid zorgvuldig was uitgevoerd door de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts. Appellant was van mening dat hij door zijn gebreken niet in staat was om volledig te werken. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 april 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hoger beroep van appellant niet slaagde. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant op de datum in geding, 23 december 2002, in staat was om de hem voorgehouden functies te vervullen. De Raad stelde vast dat appellant geen medische stukken had overgelegd ter onderbouwing van zijn stelling dat zijn beperkingen waren onderschat. De Raad ging er tevens van uit dat appellant in hoger beroep opnieuw een urenbeperking wilde bepleiten, gebaseerd op rapportages van zijn psychiater en neuroloog. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de bezwaarverzekeringsartsen goed gemotiveerd hadden aangegeven waarom zij geen aanleiding zagen om de mening van de specialisten te volgen. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en bevestigde de aangevallen uitspraak.