ECLI:NL:CRVB:2007:BA4453
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang na toekenning van kinderbijslag door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 mei 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 maart 2005. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) dat hem enkelvoudige kinderbijslag had toegekend voor zijn kinderen, maar niet de tweevoudige kinderbijslag. De Svb had in een besluit op bezwaar van 16 mei 2003 het bezwaar van appellant ongegrond verklaard. De rechtbank had het beroep tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 12 april 2007 was appellant niet verschenen, maar de Svb was vertegenwoordigd door J.Y. van den Berg. Op 2 april 2007 heeft de Svb nieuwe besluiten op bezwaar genomen, waarbij zij het eerdere besluit op bezwaar heeft ingetrokken en appellant nu tweevoudige kinderbijslag heeft toegekend voor alle in het bestreden besluit genoemde kwartalen, alsook een vergoeding voor gederfde wettelijke rente.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van het geschil in hoger beroep, nu de Svb volledig aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen. Daarom heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat er geen kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met M.M. van der Kade als voorzitter en T.L. de Vries en H.J. Simon als leden, in aanwezigheid van griffier P.H. Broier.