ECLI:NL:CRVB:2007:BA4248
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid bestuursrechter bij derdenbeslag op WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin de rechtbank het bezwaar van appellant tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellant ontvangt een WAO-uitkering en is in een civiele procedure veroordeeld tot betaling van proceskosten aan zijn voormalig werkgever. Op verzoek van deze werkgever is er beslag gelegd op een gedeelte van appellants WAO-uitkering. Appellant is het niet eens met dit beslag en heeft de Raad verzocht om vernietiging van het bestreden besluit, alsook om schadevergoeding voor gemaakte kosten en gederfde inkomsten.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 april 2007 uitspraak gedaan. De Raad overweegt dat de bestuursrechter niet bevoegd is om de geldigheid van het gelegde beslag te beoordelen; deze beoordeling is voorbehouden aan de civiele rechter. De bestuursrechter kan enkel toetsen of het bestuursorgaan, in dit geval het Uwv, bij het nemen van de betalingsbeslissing binnen de kaders van het beslag is gebleven. De Raad concludeert dat het Uwv zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het gehouden is medewerking te verlenen aan het beslag en dat het niet aan de bestuursrechter is om de geldigheid van het beslag te toetsen.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. Er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij D.J. van der Vos als voorzitter fungeerde, en de uitspraak is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M. Gunter.