ECLI:NL:CRVB:2007:BA3157
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2007 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder door de Raad op 23 januari 2007 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het ingediende beroepschrift niet de benodigde gronden bevatte. Appellant had de gelegenheid gekregen om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gronden niet binnen de gestelde termijn ingediend. Tijdens de zitting op 10 april 2007 is appellant in persoon verschenen, terwijl het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage niet vertegenwoordigd was.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat er geen redenen zijn gebleken die het verzuim van appellant zouden kunnen verontschuldigen. De Raad heeft geen aanknopingspunten gevonden in het verzetschrift of tijdens de zitting die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie dan die in de eerdere uitspraak. Gelet op deze feiten heeft de Raad besloten het verzet ongegrond te verklaren. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van griffier P.E. Broekman, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.