ECLI:NL:CRVB:2007:BA3152
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 april 2007 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 7 november 2006, waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellante had in hoger beroep geclaimd dat zij haar beroepschrift tijdig had ingediend, maar de Raad oordeelde dat er geen bewijs was dat dit het geval was. De Raad stelde vast dat het hoger beroepschrift van appellante, dat op 7 augustus 2006 was ingediend, pas op 8 augustus 2006 door de Raad was ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 10 juni 2006 was verstreken. Appellante had geen ontvangstbevestiging ontvangen van haar eerdere indiening, maar de Raad oordeelde dat het risico van een tijdige indiening volledig voor rekening van appellante kwam. Tijdens de zitting op 6 maart 2007 waren zowel appellante als het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam niet verschenen. De Raad concludeerde dat er geen reden was om af te wijken van de eerdere beslissing en verklaarde het verzet ongegrond. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.