ECLI:NL:CRVB:2007:BA3022
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- G.L.M.J. Stevens
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Weigering van extra reiskostenvergoeding wegens vroege aanvangstijdstippen van werkzaamheden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om een tegemoetkoming in extra reiskosten werd afgewezen. Appellant, werkzaam als coördinator civiele zaken, had in juli 2002 een aanvraag ingediend voor extra reiskosten vanwege het vroege aanvangstijdstip van zijn werkzaamheden. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen, met de argumentatie dat de werkzaamheden niet volgens een dienstrooster moesten worden verricht op tijden waarop het openbaar vervoer niet beschikbaar was, zoals vastgelegd in het Besluit extra kosten woon-werkverkeer. Na bezwaar werd deze afwijzing gehandhaafd.
In beroep heeft appellant betoogd dat zijn werktijden in overleg met zijn leidinggevende waren vastgesteld, met het oog op toezicht en begeleiding van bouwwerkzaamheden. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat appellant verplicht was om om 07.00 uur te beginnen met werken. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld. De Raad oordeelde dat de afspraken over werktijden niet aantonen dat er sprake was van een verplicht dienstrooster. Appellant had de keuze om zijn werktijden tussen 07.00 en 09.00 uur te bepalen, en de keuze voor 07.00 uur was niet doorslaggevend voor de toekenning van de reiskostenvergoeding.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.C.F. Talman als voorzitter, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 april 2007.