ECLI:NL:CRVB:2007:BA2408
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- M.C. Bruning
- M.C.M. van Laar
- Rechtspraak.nl
Weigering van ziekengeld op basis van geschiktheid voor arbeid en medewerking aan deskundigenonderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de weigering van ziekengeld door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan de orde is. Appellante had zich op 10 februari 2003 ziek gemeld met psychische klachten, terwijl zij op dat moment een uitkering ontving op basis van de Werkloosheidswet (WW). De verzekeringsarts J.H. Zeilstra concludeerde echter dat appellante geschikt was voor haar werk, wat leidde tot de beslissing van het Uwv om haar ziekengeld te weigeren met ingang van 29 oktober 2003.
Het bezwaar van appellante tegen deze beslissing werd ongegrond verklaard, en de rechtbank benoemde psychiater F.M.J. Woonings als onafhankelijke deskundige. Woonings kon echter niet aan het verzoek voldoen omdat appellante alleen thuis onderzocht wilde worden, wat hij niet geschikt achtte. In hoger beroep voerde appellante aan dat haar fysieke, psychische en financiële situatie haar belemmerde om naar het spreekuur van de deskundige te komen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de rechtbank niet kon worden gevolgd in haar oordeel dat de beschikbare medische gegevens geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd opgemerkt dat appellante geen nieuwe medische gegevens had overgelegd die haar standpunt onderbouwden. De Raad concludeerde dat appellante op de datum in geding niet ongeschikt was voor haar arbeid en derhalve geen recht had op ziekengeld. De uitspraak benadrukt het belang van medewerking aan deskundigenonderzoeken en de verplichtingen van partijen onder de Algemene wet bestuursrecht.