ECLI:NL:CRVB:2007:BA2390
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Stam
- D.J. van der Vos
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en schending van hoorplicht in WAO-zaak
In deze zaak heeft eiser, een voormalig rechter, beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn aanvraag voor een WAO-uitkering had afgewezen. Eiser had zijn werkzaamheden gestaakt vanwege hartklachten en vermoeidheid en had in juli 2001 een uitkering aangevraagd. De verzekeringsarts had eiser onderzocht en een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgesteld, waaruit bleek dat eiser bepaalde beperkingen had, maar volgens de arbeidsdeskundige was hij in staat om zijn werk als rechter te verrichten.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv eiser niet had gehoord voordat het bestreden besluit werd genomen, wat in strijd is met artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit vernietigd moest worden. De Raad heeft echter ook overwogen dat, nu eiser inmiddels was gehoord, er aanleiding was om het geschil inhoudelijk te beoordelen.
De Raad heeft geconcludeerd dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling zorgvuldig was en dat eiser geen tegenbewijs had geleverd tegen de conclusies van de verzekeringsarts. De Raad heeft de conclusie van de arbeidsdeskundige gevolgd dat de beperkingen van eiser hem niet belemmerden in het uitoefenen van zijn functie als rechter. De Raad heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die zouden rechtvaardigen dat eiser als arbeidsongeschikt moest worden aangemerkt.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 30 maart 2007 verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen daarvan in stand. Tevens werd het Uwv opgedragen om het griffierecht aan eiser te vergoeden.