ECLI:NL:CRVB:2007:BA1813
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- R. Kooper
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functieonderhoud Koninklijk Beveiliger en coördinerende taken
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 9 september 2005. De betrokkenen, die werkzaam zijn als Koninklijk Beveiliger, hebben verzocht om functieonderhoud op basis van artikel 6, zevende lid, van het Besluit bezoldiging politie (Bbp). Zij stellen dat zij jarenlang leidinggevende en coördinerende taken hebben verricht die niet in hun functiebeschrijving zijn opgenomen. De minister heeft deze verzoeken afgewezen, met de stelling dat de werkzaamheden niet structureel zijn opgedragen en slechts incidenteel van aard zijn.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 maart 2007 uitspraak gedaan in deze zaak. De Raad heeft vastgesteld dat de betrokkenen gedurende langere tijd werkzaamheden hebben verricht die wezenlijk afwijken van hun functie als Koninklijk Beveiliger. De Raad oordeelt dat de minister niet voldoende heeft onderbouwd waarom de verzoeken tot functieonderhoud zijn afgewezen. De Raad benadrukt dat de werkzaamheden van de betrokkenen substantieel zijn en dat de minister een nadere inventarisatie en beschrijving van deze werkzaamheden had moeten maken.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de minister in de proceskosten van de betrokkenen tot een bedrag van € 644,- per persoon. Tevens wordt er een griffierecht van € 428,- opgelegd aan de Staat der Nederlanden. Deze uitspraak onderstreept het belang van een correcte functiebeschrijving en de noodzaak voor de minister om de feitelijke werkzaamheden van ambtenaren in kaart te brengen.