ECLI:NL:CRVB:2007:BA1440
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering AOW-uitkering in verband met wijziging inkomen partner
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 17 juli 2006. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 maart 2007 uitspraak gedaan in de zaken 06/4171 AOW en 06/4172 AOW. De Raad behandelt de herziening en terugvordering van de AOW-uitkering van appellant, die is gebaseerd op een wijziging in het inkomen van zijn partner. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder een besluit genomen op 30 januari 2006, waarin het te veel betaalde AOW-pensioen werd teruggevorderd en een boete werd opgelegd. Appellant had hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Svb verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb de brief van appellant, die op 31 januari 2006 was ontvangen, had moeten aanmerken als een tijdig bezwaarschrift. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover deze betrekking heeft op het eerste beroep en verklaart dit beroep gegrond. De Raad oordeelt dat de Svb in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 966,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep. De Raad bepaalt ook dat de Svb het gestorte griffierecht van € 142,- aan appellant moet vergoeden. Voor het tweede beroep verklaart de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat appellant geen belang meer heeft bij een uitspraak over dat deel van de aangevallen uitspraak.