ECLI:NL:CRVB:2007:BA1283
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van WAO-uitkering op basis van volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 oktober 2004, waarin haar aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) werd afgewezen. Appellante, die op 1 juni 1999 in dienst trad als lokaal-assistente, meldde zich op 8 september 1999 ziek. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde haar aanvraag voor een WAO-uitkering bij besluit van 28 maart 2002, omdat zij bij aanvang van de WAO-verzekering volledig arbeidsongeschikt was. Dit besluit werd gehandhaafd na bezwaar door het Uwv op 16 januari 2003.
In hoger beroep herhaalde appellante dat zij op 1 juni 1999 niet volledig arbeidsongeschikt was, en betoogde dat het Uwv de bevoegdheid ontbeert om de WAO-uitkering te weigeren. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank de beroepsgrond terecht had verworpen. De rechtbank had vastgesteld dat uit medische rapportages, met name van psychiater J.D.J. Tilanus, bleek dat appellante bij aanvang van de verzekering daadwerkelijk volledig arbeidsongeschikt was. De Raad onderschreef deze overwegingen en concludeerde dat appellante geen medische gegevens had ingebracht die de conclusies van Tilanus in twijfel trokken.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met D.J. van der Vos als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 16 maart 2007.