ECLI:NL:CRVB:2007:BA0963
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Vervallen verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving
Op 2 maart 2007 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer 06/4389 ANW. De appellante, vertegenwoordigd door mr. P.J. de Bruin, had hoger beroep ingesteld tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Tijdens de zitting werd echter duidelijk dat de gemachtigde van appellante op 4 september 2006 het hoger beroep had ingetrokken. De Raad kon niet vaststellen dat deze intrekking niet rechtsgeldig was geschied. Er waren geen omstandigheden die de intrekking ongeldig zouden maken, en de gemachtigde kon geen andere argumenten aandragen dan een misverstand tussen hem en de appellante.
De Raad oordeelde dat de mededeling van de griffier aan de partijen, dat de behandeling van het hoger beroep zou worden voortgezet, niet van invloed was op de rechtsgeldigheid van de intrekking. Gezien deze feiten kwam de Raad tot de conclusie dat het hoger beroep vervallen moest worden verklaard. De gronden van het hoger beroep, ingediend op 27 september 2006, bevatten grieven tegen het besluit van de Svb van 4 september 2006. De Raad besloot deze gronden te beschouwen als een beroep tegen het besluit van de Svb en dit ter behandeling door te sturen naar de rechtbank Amsterdam.
De uitspraak van de Raad was dus dat het hoger beroep vervallen werd verklaard, en de zaak zou verder behandeld worden door de rechtbank Amsterdam.